Matzikivi

In het bos, op een open plek, duwden de longen van Heremiet tegen zijn middenrif. Zijn ribben vormden een klem om de met lucht gevulde spieren. Zijn stembanden maakten ongewild een schrapend geluid. Dus ging Heremiet zitten, op een afgezaagde boomstam die daar speciaal voor werd neergelegd. Hoe lager je zit, dacht de oude man, hoe groter hij lijkt. Hij had het over de enorme steen die voor zijn neus uit het zand leek te groeien. De inwoners noemden hem Matzikivi, maar niemand leek nog te weten wat dat betekende. De oude man was al jaren op zoek naar een geschiktere naam. Je bent een kluizenaar, jongen, sprak hij zacht.

Toen hij jonger was, had hij nog paddenstoelen getrokken aan de voet van de steen. Met zijn scherpste mes had hij stukjes weggesneden uit de veengrond en ze thuis bewaard om ze beter te kunnen beschrijven. Hij had zich verwonderd over het glanzen van de steen en op een onopvallend plekje de bovenlaag er afgekrabd om tot de vaststelling te komen dat onder dat fijne laagje mos een gigantisch kristal verborgen zat. Bijna elke dag was hij er langsgekomen.

Deze illustratie met opgedrukt gedicht werd als postkaart (1/7) verstuurd door Christophe Batens in een reactie op de eerste brief van Heremiet. De foto is van Lies Van Gasse.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

%d bloggers like this: